Premiekorting/Premievrijstelling verwerken

Volgen

Kortingen en vrijstelling

Loket.nl kent de volgende premiekortingen:

- premiekorting oudere werknemer

- premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer

- premiekorting jongere werknemer

- premievrijstelling marginale arbeid

 De meeste premiekortingen en -vrijstellingen kunnen op werknemerniveau ingericht worden via Werknemer -> Salarisverwerking -> Diversen -> Premiekorting / mob.bonus.

schermafbeelding_premiekorting.png

De premievrijstelling marginale arbeid tref je aan op het startscherm van de werknemer: 

Werknemer -> Start -> Premievrijst.marg.arb.

Loket.nl kan deze kortingen en vrijstellingen zelf berekenen aan de hand van de opgegeven indicatie.

Met uitzondering van de korting arbeidsgehandicapte werknemer. Deze moet handmatig worden opgegeven.

Met ingang van 1-1-2016 heeft er een harmonisering plaatsgevonden m.b.t. Mobiliteitsbonus voor de doelgroep Banenafspraak. De mobiliteitsbonus gaat voor bepaalde groepen werknemers omlaag van resp. € 7.000 of € 3.500 per jaar (ingeval van loondispensatie) naar maximaal € 2.000 per jaar.

In Loket.nl werd voor deze groep nog rekening gehouden met een premiekorting van € 3.500. Dit is per 13-1-2016 aangepast. Dit houdt in dat bij de loonverwerkingen die voor 13-1-2016 zijn opgestart en zijn goedgekeurd geen rekening is gehouden met bovenstaande aanpassing. Deze aanpassing kan bij een volgende verloning leiden tot loonresultaten.

De omschrijving Wajong met loondispensatie is gewijzigd in Doelgroep banenafspraak.

(zie scherm Dienstverband -> Salarisverwerking -> Diversen

Wijze van berekenen van korting

Er zijn eigenlijk twee soorten berekeningen:
- Op basis van een vaste arbeidsduur
- Oproepkrachten

Voor werknemers met een vaste arbeidsduur vul je dit in de arbeidstijd. Voor oproepkrachten geef je aan dat het om oproepkrachten gaat.

De berekening/herleiding is gebaseerd op kalenderdagen. Dit is conform voorschriften van de Belastingdienst. In de voorschriften van de Belastingdienst is eigenlijk aangegeven dat de premiekorting wordt berekend bij/over de vast overeengekomen uren/arbeidsduur van de medewerker. Dat is dus ook wat Loket.nl toepast in de berekeningen voor de werknemer.

Als je wilt dat de extra uren/meeruren toch worden meegenomen in de berekening, kun je eventueel de instellingen bij de werknemer "oproepkracht = ja" zetten. Dan rekent de applicatie met de werkelijke uren.

Overigens kan de premiekorting nooit hoger zijn dan de premie zelf.

In onderstaande schermafbeelding is te zien hoe de korting wordt verwerkt op de loonstaat. In dit voorbeeld wordt gebruik gemaakt van de premiekorting oudere werknemer.

schermafbeelding_premiekorting_loonstaat.png

Rekenvoorbeelden (bron: handboek loonheffingen 2017)

Werknemers die niet fulltime werken of gedeeltelijk onbetaald verlof hebben

Als de werknemer minder dan 36 uur per week voor je werkt, moet je het bedrag van de premiekorting evenredig verlagen. Je doet dit bij werknemers met een vast overeengekomen aantal uren door de overeengekomen arbeidsduur te delen door 36 en te vermenigvuldigen met de maximale premiekorting. Is het vast overeengekomen aantal uren meer dan 36, dan moet je toch uitgaan van 36 uur.

Voorbeeld
Werknemer A, voor wie je recht hebt op premiekorting, heeft een deeltijdcontract van 20 uur. Daarom moet je de premiekorting herleiden. Je deelt de overeengekomen uren door 36. Je hebt een aangiftetijdvak van 1 maand. De premiekorting per maand per werknemer is maximaal € 7.000/12 = € 583,34. De premiekorting
voor werknemer A is dan: 20 /36 x € 583,34 = € 324,08.

Werknemers zonder vast overeengekomen arbeidsduur

Bij werknemers zonder vast overeengekomen arbeidsduur ga je uit van de uitbetaalde uren in het
aangiftetijdvak gedeeld door de normuren per 4 weken (144) of per maand (156). Als je meer uren hebt uitbetaald dan de normuren, ga je uit van de normuren en niet van de uitbetaalde uren.

Voorbeeld
Werknemer B, voor wie je recht hebt op premiekorting, heb je geen vast overeengekomen
arbeidsduur. In januari 2016 heb je werknemer B voor 120 uur betaald. Je hebt een aangiftetijdvak
van 1 maand. Je herleidt de premiekorting door de uitbetaalde uren te delen door 156. De premiekorting per
maand per werknemer is maximaal € 7.000/12 = € 583,34. De premiekorting voor werknemer B
over januari 2016 is dan 120/156 x € 583,34 = € 448,73.

Werknemers met een dienstbetrekking die niet het hele aangiftetijdvak duurt

Als een werknemer met een vast overeengekomen aantal uren niet het hele aangiftetijdvak bij je in
dienst is, moet je het bedrag van de premiekorting evenredig verlagen. Je vermenigvuldigt het bedrag aan premiekorting waarop je recht zou hebben als de werknemer het hele aangiftetijdvak bij jou in dienst was, met: het aantal kalenderdagen dat de werknemer tijdens het aangiftetijdvak bij jou in dienst was, gedeeld door het aantal kalenderdagen in het aangiftetijdvak. Je verlaagt de premiekorting ook evenredig in de volgende 2 situaties:

- Je hebt een aangiftetijdvak van 4 weken en jouw werknemer bereikt de AOW-leeftijd. Vanaf de 1e dag van de maand waarin je werknemer deze leeftijd bereikt, heb je namelijk geen recht meer op premiekorting.
- De periode waarin je recht hebt op premiekorting, eindigt in de loop van een aangiftetijdvak.

Voorbeeld 1
Op 9 januari 2017 neem je werknemer C in dienst voor 36 uur per week. Voor deze werknemer
heb je recht op premiekorting. Je hebt een aangiftetijdvak van 1 maand.
De werknemer is in januari 23 dagen bij jou in dienst. De premiekorting per maand per werknemer
is maximaal € 7.000/12 = € 583,34. De premiekorting voor werknemer C over januari 2017 is
dan: 23 /31 x € 583,34 = € 432,81.

Voorbeeld 2
Op 12 maart 2017 neem je werknemer D in dienst voor 36 uur per week. Voor deze werknemer
heb je recht op de premiekorting. Je hebt een aangiftetijdvak van 4 weken.
De werknemer is in het 3e aangiftetijdvak van 2017 (dat loopt van 27 februari 2017 tot en met
26 maart 2017) 15 dagen bij jou in dienst. De premiekorting per 4 weken per werknemer is maximaal € 7.000/13 = € 538,47. De premiekorting voor werknemer D over het 3e aangiftetijdvak is dan: 15/28 x € 538,47 = € 288,47.

Voorbeeld 3
Je hebt een aangiftetijdvak van 4 weken. Op 3 augustus, in het 8e aangiftetijdvak, bereikt je
werknemer de AOW-leeftijd. Het 8e aangiftetijdvak loopt van 17 juli tot en met 13 augustus 2017.
Je hebt in het 8e aangiftetijdvak alleen in juli recht op premiekorting voor de werknemer. De
premiekorting per 4 weken per werknemer is maximaal € 7.000/13 = € 538,47. De premiekorting
over het 8e aangiftetijdvak is dan: 15/28 van € 538,47= € 288,47

Aantal gebruikers dat dit nuttig vond: 0 van 1